Na het spraakmakende Kinderen van de collaboratie presenteert Canvas de gelijkaardige reeks Kinderen van de kolonie, over een andere controversiële periode in onze geschiedenis. Veronique van intal nam een interview af met een van de makers, Geert Clerbout.
Eerst en vooral proficiat met de reeks. Waarom hebben jullie deze documentaire gemaakt?
We hebben vorig jaar de Kinderen van de collaboratie gemaakt. We wilden daar een tweeluik aan breien met Kinderen van het verzet. Maar met de heropening van het museum van Tervuren in december hebben we beslist om eerst Kinderen van de kolonie te maken. We wisten : dat debat gaat volop leven in de publieke opinie. En inderdaad, er is dit jaar geen week voorbij gegaan zonder een opiniestuk.
Daarnaast merkten we dat er echt een gebrek is aan kennis over de kolonisatie, en dat er nog steeds zoveel mythes bestaan zoals ‘we hebben de beschaving gebracht’ en ‘Belgisch-Congo was een modelkolonie’. Ik ben zelf historicus van opleiding. Belgisch-Congo kwam niet aan bod in mijn opleiding. Dat is eigenlijk toch wel straf.
Hoe zit de reeks in elkaar en wat hopen jullie ermee te bereiken?
De reeks is opgebouwd uit zes afleveringen. In de eerste vijf afleveringen laten we 20 getuigen aan het woord over hoe zij de kolonisatie hebben beleefd en wat de impact ervan is op hun leven, tot vandaag. De laatste aflevering is een speciale aflevering over beeldvorming, waar we experten aan het woord laten.
In de afleveringen willen we op een eenvoudige manier via anekdotische storytelling in beeld brengen hoe het leven in de kolonie eraan toe ging en hoe het koloniale systeem was georganiseerd. De derde aflevering (uitzending 11 december) zal gaan over de onafhankelijkheid en over de moord op Patrice Lumumba. Daarna behandelen we de periode van 1960 tot 1990, en we eindigen met een aflevering over de concrete erfenis van het koloniaal verleden op onze huidige maatschappij.
Vooral dat laatste vinden we belangrijk. Het stopt niet na 1960. België, en bij uitbreiding het Westen, speelden ook een rol in postkoloniaal Congo. We willen met deze documentairereeks dus niet alleen een andere kant laten zien van het koloniaal verleden, maar ook de continuïteit aantonen.
Hoe zijn jullie concreet te werk gegaan om de getuigen te vinden?
Eerst en vooral hebben we gewerkt met een panel van zes experts. Er is consensus over veel dingen over de kolonisatie, maar over veel dingen ook niet. Daarnaast hebben we interviews gedaan met 20 getuigen. Om de getuigen te vinden hebben we een oproep gelanceerd via de nationale media hier. We hadden direct massa’s kandidaten, van eenzelfde profiel: oud kolonialen en kinderen van oud kolonialen. Getuigen vinden uit de diaspora was veel moeilijker. Daarom zijn we echt actief op zoek moeten gaan in samenwerking met verschillende socio-culturele verenigingen. We hebben uiteraard ook heel veel huisbezoeken gedaan.
Bij iedere getuige hebben we twee dagen lang gefilmd. We hadden 7 uur interviewmateriaal per persoon. Dat maakt het materiaal volgens mij waardevol. We hebben dan ook 1 jaar aan het project gewerkt.
20 getuigen voor een land zo groot als West-Europa is inderdaad niet veel. We weten dat de reeks niet representatief is. Ons doel was dan ook om aan de hand van persoonlijke getuigenissen een verhaal te brengen bij een zo breed mogelijk publiek. Enkele wetenschappers waren sceptisch bij de start, maar na het bekijken van de eerste aflevering viel die argwaan weg.
Hebben jullie ook getuigenissen afgenomen in Congo zelf en was er een verschil in hoe de getuigen terugkijken op de kolonisatie?
Ja. We hebben 15 interviews afgenomen in België en 5 in Congo. De interviews die we in Congo hebben afgenomen waren in Kinshasa. We hadden niet de middelen om naar andere provincies af te reizen. Wel hebben we verschillende profielen geïnterviewd: iemand uit de hogere klasse, iemand uit de lagere klasse, iemand die van het platteland afkomstig was en iemand die in de stad opgroeide. Ook bij de interviews in België hebben we gelet op de taal en dan telkens ook de provincie vanwaar de persoon afkomstig was om toch verschillende verhalen te hebben.
Opmerkelijk was dat de manier waarop de diaspora terugkijkt op de kolonisatie veel scherper is dan hoe veel getuigen in Congo op de kolonisatie terugblikken. Niet omwille van een verlangen naar een terugkeer naar het koloniaal verleden, maar omdat alles wat erna kwam, nog slechter was.
Voor de interviews ginder gingen we samen met een lokale fixer, iemand die de mensen kent. We hebben de interviews in het Lingala gedaan. Zoals de experts ook zeiden, we zijn er ons bewust van dat het feit dat we daar met een witte ploeg gingen filmen misschien een impact heeft gehad op de antwoorden. Misschien hadden we een ander resultaat gehad als een kennis dezelfde vragen had gesteld aan de keukentafel zonder camera.
10 jaar geleden zou deze reportage misschien onmogelijk geweest zijn op een openbare omroep. Wat maakt dat het nu wel kan?
Er is veel veranderd tussen 2010 en nu. Ik denk dat er verschillende redenen zijn die meespelen.
Een ervan is dat de eerste generatie, of beter gezegd de laatste generatie kolonialen er zo goed als niet meer is. Dit waren de direct betrokkenen. Rond 2000 is er een hele opflakkering geweest rond het koloniaal debat met onder andere het boek King Leopold’s Ghost (van Adam Hochschild), het boek van Ludo de Witte ‘De Moord op Lumumba’ en de Belgische parlementaire onderzoekscommissie die de omstandigheden van de moord op Lumumba heeft onderzocht. Plots stond de vuile rol van België in Congo centraal.
De experts zeggen dat 2010 daar een reactie op is geweest. Dat er terug een vorm van nostalgie kwam naar het koloniaal verleden. We herdachten niet 50 jaar onafhankelijkheid van Congo, maar het verlies van de kolonie. Bijna alle boeken die verschenen gingen niet over Congo, maar over Belgisch-Congo en de koloniale herinneringen. Dat was volgens mij een signaal dat de samenleving op dat moment niet klaar was om een volgende stap te zetten en kritisch terug te kijken naar ons koloniaal verleden. Nu wel. Wat daar zeker een rol in speelt is de mondige derde generatie Belgen met Congolese voorouders. Een van de voorbeelden van die zeg maar strijdbare beweging is het Lumumbaplein dat in juni 2018 in Brussel werd ingehuldigd. Dat was in 2010 duidelijk nog niet denkbaar.
Hebben jullie veel reactie gekregen op het project?
Hier bij de openbare omroep is het nooit een issue geweest. Ons voorstel om de Kinderen van de kolonie te maken werd direct aanvaard. De Kinderen van de collaboratie was een succes. Dat heeft misschien iets in gang gezet.
Met de eerste aflevering hadden we na 1 week meer dan een half miljoen kijkers. Dat is enorm. Dat is denk ik ook een duidelijk signaal.
De reacties zijn overwegend positief. Ook de reactie vanuit de diaspora is heel goed. We hebben een avant-première gedaan in Matongé. Dat was een schitterende avond.
Ik had eerlijk gezegd meer negatieve reacties verwacht. Misschien komen die nog na de volgende afleveringen.
Onze vijfde aflevering gaat volledig over het heden. Over de concrete erfenis van het koloniaal verleden op onze huidige maatschappij. Over stereotiep denken, over racisme, over discriminatie, over de standbeelden discussie, over het gebruik van publieke ruimten, … Er zijn een aantal mythes die blijven doorleven en die belangrijk zijn om te doorprikken. Een daarvan heeft te maken met racisme. Er is racisme vandaag, maar weinigen linken dat met het koloniale verleden, terwijl er natuurlijk wel een link is. Dat is een effect van een propagandamachine die zo lang gedraaid heeft van ‘de zwarte is lui’, ‘de zwarte is minder’, en die doorleeft tot vandaag. Daarover gaat de vijfde aflevering. Ik ben benieuwd hoe daarop gereageerd zal worden.
Over het proces van dekolonisatie en wat daarvoor nodig is, is dat voor de getuigen verschillend. Een aantal getuigen vraagt ook excuses vanuit het paleis. Voor veel Congolese jongeren staat Leopold II symbool voor het lijden van hun voorouders. Vandaar ook dat ze zich zo verzetten tegen al die standbeelden in het straatbeeld. Excuses vanuit Laken zouden ervoor kunnen zorgen dat zij zich hier als volwaardige Belgen zullen voelen, omdat dan ook hun geschiedenis erkend wordt.
Wat is de rol van de media en beeldvorming volgens jullie in het debat?
Die is heel groot. We moeten onszelf daarover ook in vraag stellen. De BRT en later de VRT heeft daar een grote rol in gespeeld en daarnaast ook alle kranten. Er zijn tendensen in beeldvorming, gelinkt aan een tijd. Onze kijk is veranderd. De laatste aflevering handelt daarover. In die aflevering proberen we ook een aantal koloniale mythes te doorprikken.
Hoe dan ook is het goed dat er eindelijk een breedgedragen publiek debat wordt gevoerd over ons koloniale verleden. Met de heropening van het museum van Tervuren en onze reeks op tv, is het momentum alleszins daar.
De reeks is te bekijken op Canvas.be : https://www.canvas.be/kinderen-van-de-kolonie
Franstalig is de serie te bekijken op www.flandreinfo.be – Voorlopig is de reeks niet ingepland op RTBF.
Bedankt Geert.