Geschreven door Lina Dibeh en Fiona Ben Chekroun
Vertaald door Nicky Gabriëls
Sinds 17 oktober 2019 komen dagelijks duizenden demonstranten de straat op in Libanon. In de hoofdstad Beiroet en in enkele andere grote steden, roept de Libanese bevolking op tot het beëindigen van de corruptie en van het sektarisch politiek systeem, dat ongelijkheid in de hand werkt.
De aanleiding voor de huidige protesten werd gevormd door het plan van de Libanese regering om belasting te heffen op communicatie via Whatsapp. Deze maatregel vormt een aanvulling op de belastingen op benzine en sigaretten en op de verhoging van de BTW in het land. Het is de zoveelste in rij die de Libanezen de straat op brengt.
De Libanese regering liet het WhatsApp-plan ondertussen reeds vallen. Deze « oplossing » bracht de bevolking echter niet tot bedaren. Integendeel, de Libanezen blijven de straat op komen om systemische veranderingen op sociaal-economisch en op politiek niveau te eisen.
Aan de huidige protesten gaan tientallen jaren van maatschappelijke onrust en politieke spanning vooraf. De oprichting van een ultraliberaal systeem concentreert rijkdom en houdt spanningen binnen de Libanese gemeenschap in stand. Tijdens een lange en complexe burgeroorlog met buitenlandse inmenging is het land volledig ingestort tussen 1975 en 1990.
Na de akkoorden van Taif in 1989 bleek het moeilijk een staakt-het-vuren te realiseren. Er werden « oplossingen » opgesteld die de vertegenwoordiging van alle Libanese gemeenschappen in de verschillende Libanese besluitvormingsorganen moesten voorzien. Vrij snel werd dit politieke systeem echter omgevormd tot een neoliberaal sektarisch systeem. In naam van de veiligheid en stabiliteit van het land is de macht geconcentreerd in de handen van een kleine elite, die 80% van de rijkdom bezit. De middenklasse is bijna onbestaande en het percentage Libanezen dat onder de armoedegrens leeft blijft toenemen, vooral in de noordelijke en oostelijke provincies van het land. Een diensteneconomie die afhankelijk is van de vrije markt en van grote financiële instellingen heeft een overheidsschuld van 80 miljoen dollar in de hand gewerkt, één van de hoogste schulden ter wereld.
De volksopstand in Libanon sluit aan in het rijtje van opstanden in Soedan, Algerije, Irak en in vele andere landen verspreid over de hele wereld. De opstand vormt een oproep tot sociale rechtvaardigheid en tot een diepgaande verandering in het politieke en economische systeem. Het vormt ook een bewijs van het falen van het neoliberale beleid waar door multinationals, internationale organisaties en -onder andere Europese- grootmachten – voor wordt gepleit.
Als beweging voor vrede en internationale solidariteit steunt intal Globalize Solidarity de strijd van het Libanese volk en hopen we dat deze bijdraagt aan een grotere sociale rechtvaardigheid. We roepen op tot respect voor de soevereiniteit van het Libanese volk en tot het uitlaten van buitenlandse inmenging, die de Libanese strijd intstrumentaliseert. De toekomst van Libanon ligt in handen van het volk en alleen het volk kan de gewilde verandering teweegbrengen.