Klassenjustitie in Chili: De zaak Fabiola Campillay
Interview met Fabiola Campillay, slachtoffer van politiegeweld en Alejandra Arriaza, advocate gespecialiseerd in mensenrechten en hooglerares ethiek van de mensenrechten aan de Universiteit van Santiago Usach.
Patricia Parga-Vega, 29 maart 2021
Fabiola Campillay, 36 jaar, moeder van drie kinderen en arbeidster, was op 26 november 2019 op weg naar haar nachtdienst toen ze in een gemeente aan de rand van Santiago een traangasgranaat in haar gezicht kreeg. De dader was een politieagent die op nog geen 50 meter afstand van haar stond. Fabiola’s zus, die met haar naar de bushalte liep, riep om hulp, maar de politieagenten bleven schieten tot ze weggingen. Fabiola werd met spoed naar een medisch centrum gebracht. De artsen slaagden erin haar leven te redden, maar bevestigden na meerdere ingrepen dat zij beide ogen kwijt was. Fabiola Campillay is blind, heeft ernstige littekens in het gezicht, constante pijn en lijdt aan smaak- en reukverlies.
De agent die schoot en de leider van het politie-eskadron werden alleen ontslagen wegens het niet verlenen van hulp aan de slachtoffers, maar zij werden met klem verdedigd door de bevelhebber, die deze criminele daad nooit veroordeelde. Pas negen maanden na de feiten opende het openbaar ministerie een formeel onderzoek en werd de dader beschuldigd van wederrechtelijke vrijheidsberoving met ernstig tot zeer ernstig letsel tot gevolg, en in voorlopige hechtenis genomen. Maar toen zijn verdediging in beroep ging, werd hem huisarrest opgelegd.
Meer dan een jaar later is de zaak nog steeds aanhangig, net als vele andere gevallen van mensenrechtenschendingen die zich voordeden in het kader van de sociale protesten in Chili die na 18 oktober 2019 escaleerden. De misdaad tegen Fabiola Campillay blijft ongestraft en de daders werden niet veroordeeld.
Door Patricia Parga-Vega: Alejandra Arriaza, jij behandelt de zaak van Fabiola Campillay. Hoe staat het er nu mee?
Alejandra Arriaza: We hebben de zaak van Fabiola en haar familie in handen genomen op verzoek van vrienden en buren die ons kenden. Je moet weten dat er in Chili gebrek is aan verdediging voor slachtoffers van schendingen van mensenrechten door ambtenaren, behalve als het slachtoffers betreft die worden ondersteund door een privé-advocaat. De functie van openbare verdediger in strafzaken wordt alleen toegekend aan diegenen die van een misdrijf worden beschuldigd en geen privéverdediger hebben.
Fabiola Campillay: Toen ik in het ziekenhuis lag, kwam mijn familie in contact met Alejandra en Pamela San Martin, beiden onze advocaten. Voor ons maken ze nu haast deel uit van de familie. Zij stonden constant aan onze zijde, niet alleen om ons te steunen in de zaak, maar ook om mij te ondersteunen bij mijn herstel in het ziekenhuis, de behandelingen, alles.
PP-V: Alejandra, denk je dat de Chileense wetgeving bereid is om gevallen van mensenrechtenschendingen te onderzoeken? Wat werkt goed en wat werkt niet?
AA: Na 18 oktober 2019, toen de zogenaamde “sociale explosie” plaatsvond, met een significante toename van systematische schendingen van de mensenrechten, beseften we dat de instellingen niet in staat zijn om dit soort processen te voeren. Er waren meer dan achtduizend slachtoffers van mensenrechtenschendingen en in de meeste rechtszaken wordt geen enkele verantwoordelijke persoon bij naam genoemd en voor de rechter gedaagd. Bovendien heeft het Parket enkele dagen geleden besloten dat 40% van de zaken worden geseponeerd. Dit betekent dat zowel het openbaar ministerie als het parket niet in staat zijn dit soort processen tot een goed einde te voeren, en dat ook de forensische dienst ontoereikend is om conform het Protocol van Istanbul letsels vast te stellen. Bovendien heeft de politie er ook geen belang bij dat dergelijke zaken worden onderzocht, zodat de ambtenaren die zich schuldig maakten aan schendingen van de rechten, de Chileense militairen en politieagenten, het gerechtelijk onderzoek voortdurend dwarsboomden. De mensenrechtenbrigade van de gerechtelijke politie kon dit niet aan.
PP-V: Fabiola, hoe word je behandeld door het gerecht en zijn ambtenaren?
FC: Zodra mijn familie een klacht indiende tegen de politieagenten, was het eerste mijn man te horen kreeg van de openbare aanklager: “Weet u wel zeker wat u doet? Weet u tegen wie u gaat vechten?” Waarop mijn man antwoordde: “Ja, ik ben zeker van wat ik doe!” De aanklager zei hem: “U gaat tegen een monster vechten, een zeer groot iemand. Weet u wel zeker dat u door wilt gaan?” “Ja, want ik wil gerechtigheid voor mijn geliefde. Ik hou van haar, en we zullen, wat er ook gebeurt, gerechtigheid krijgen, want wat ze haar aandeden verdient ze niet”. Tot op heden werden wij door geen enkele overheidsinstantie benaderd, we kregen geen steun, geen hulp, niets.
PP-V: Alejandra, als we zien dat Chili een gerecht met twee snelheden heeft, kunnen we het Chileense gerecht dan corrupt noemen?
AA: Ik denk dat het Chileense gerecht een klassenkarakter heeft, omdat er geen vermoeden van onschuld is jegens de werkende bevolking, de Mapuche, de arbeider, de jongeren in het algemeen. Vanaf de eerste minuut worden zij behandeld alsof zij verantwoordelijk zijn voor een overtreding, zelfs als daar geen sprake van is en een legitiem recht wordt uitgeoefend. In de regel beveelt men de vrijheidsberoving als preventieve dwangmaatregel vanaf het begin van het onderzoek en nog vóór de veroordeling. Wanneer de beschuldigden echter staatsambtenaren, zakenlieden, politici of kinderen van gezagsdragers in dit land zijn, krijgen ze een behandeling waarbij men uitgaat van het vermoeden van onschuld; de bewarende maatregelen die op hen worden toegepast zijn mild, bijvoorbeeld een handtekening zetten of huisarrest. Vaak komt het niet tot een veroordeling maar tot alternatieve oplossingen. En voor zover er veroordelingen worden uitgesproken, worden vrijheidsberovende straffen zelden uitgevoerd. Er zijn gevallen bekend waarin de veroordeling wordt omgezet in “cursussen ethiek” of boetes. Er is sprake van een dubbele behandeling, zowel bij de snelheid van de processen, tijdens het onderzoek als bij de strafuitvoering.
PP-V: Alejandra, de nieuwe grondwet zal de door de Pinochet-dictatuur opgelegde grondwet vervangen. Welke impact zal zij hebben op de gelijkheid van de mensen voor het gerecht?
AA: De nieuwe grondwet zou verschillende zaken moeten bevatten. Bijvoorbeeld het beginsel dat de mensenrechten, die door onze Staat worden erkend sinds de ondertekening van internationale verdragen, worden gewaarborgd in de rechtsorde die uit de nationale Grondwet voortvloeit.
Want het recht om te betogen bijvoorbeeld, dat is vastgelegd in de internationale wetgeving op het gebied van de mensenrechten, in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en in andere verdragen nadien, is onderworpen aan een verordening uit de tijd van de dictatuur, die bepaalt dat men om te betogen toestemming moet vragen aan de autoriteiten. Zo zien we dat onze huidige grondwet de openbare orde boven het erkende en gewaarborgde mensenrecht stelt, en dat justitie voorrang geeft aan de openbare orde boven het recht op betogen. Het is net omwille van de handhaving van de openbare orde dat de politie misdaden en misbruiken als deze begaat. Ik denk dat het feit dat de nieuwe grondwet gebaseerd zal zijn op de erkenning en het waarborgen van de mensenrechten ervoor zal zorgen dat dergelijke situaties zich niet blijven herhalen.
PP-V: Fabiola, wat verwacht jij van het Chileense gerecht?
CF: Eigenlijk zal ik nooit gerechtigheid krijgen, want gerechtigheid voor mij zou inhouden dat ik mijn ogen terugkrijg! Mijn vroegere leven terugkrijgen, dat zou gerechtigheid zijn. Ik weet dat het niet kan, en ik moet leren mij goed te voelen en te leven zoals ik nu ben, met wat ik kwijt ben. Het vonnis en de veroordeling van de politieagent die me neerschoot zal nog geen kwart herstellen van datgene wat we van het gerecht zouden mogen verwachten. Maar het zal tenminste een overwinning zijn, zoals in het geval van Gustavo Gatica, en zoveel andere slachtoffers van politiegeweld waar de media het niet over hadden, die door slagen van de politie hersenletsel opliepen, zoals ook gebeurde met Mario Acuña.
Naar aanleiding van dit interview identificeerde de coördinatrice voor slachtoffers van oogtrauma’s meer dan 500 slachtoffers van oogverminking door ambtenaren in heel Chili. In de meeste gevallen werden de daders van deze verminkingen niet in staat van beschuldiging gesteld en voeren zij verder repressieve daden uit in naam van de handhaving van de openbare orde”.