Verklaring van het Midden-Oostenplatform van 11.11.11
Op woensdag 4 mei heeft het Israëlische Hooggerechtshof het bevel tot uitzetting van acht Palestijnse dorpen in het Masafer Yatta-gebied in het zuiden van Hebron op de bezette Westelijke Jordaanoever goedgekeurd.
Ongeveer 1.200 Palestijnse vrouwen, mannen en kinderen lopen nu het risico op uitzetting en vernietiging van hun huizen. 16 Belgische NGO’s veroordelen de beslissing van het Israëlische Hooggerechtshof en roepen België en de Europese Unie op deze schending van het internationaal recht door Israël te veroordelen, maatregelen te nemen om het Israëlisch apartheidsregime en kolonisatiebeleid een halt toe te roepen, en de politieke en financiële steun aan de Palestijnse bevolking op te voeren.
Masafer Yatta ligt in zone C op de bezette Westelijke Jordaanoever, en staat derhalve onder de volledige controle van het Israëlische leger. In 1981 besloot Israël een nieuwe “schietzone” (genaamd “zone 918”) in te stellen die zich uitstrekt over 300 km2 in de Masafer Yatta-regio. Op de Westelijke Jordaanoever palmen dergelijke vuurzones 18% van de oppervlakte in. In 1999 heeft het Israëlische leger 700 Palestijnen uit het gebied verdreven onder het voorwendsel dat zij “illegaal in een schietzone wonen”. De inwoners gingen in beroep met de hulp van de Association for Civil Rights in Israel (ACRI). Het Hooggerechtshof vaardigde daarop een voorlopig arrest uit dat de Palestijnse inwoners toestond naar hun dorpen terug te keren (zie de achtergrondnota)
Een beslissing die in strijd is met het internationaal recht
De bewoners voeren al meer dan 22 jaar gerechtelijke procedures om te bewijzen dat hun aanwezigheid op het terrein dateert van vóór de instelling van de schietzone. De beslissing van het Hooggerechtshof van 4 mei verwerpt dit, en bekrachtigt het bevel tot uitzetting van de inwoners van acht dorpen in het Masafer Yatta-gebied, in wat een van de grootste massale uitzettingen van Palestijnen in decennia zou zijn.
Ter herinnering: de gedwongen verplaatsing van bevolkingsgroepen wordt beschouwd als een schending van het internationaal humanitair recht krachtens artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève, en als een oorlogsmisdaad volgens het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. In zijn arrest verwierp het Hof echter het argument dat de verdrijving van burgers uit het gebied een schending van het internationaal recht zou vormen, en verklaarde het dat wanneer het internationaal recht in strijd is met het Israëlisch recht, dit laatste prevaleert.
Oproep tot een Belgische reactie
Op 10 mei 2022 verklaarde de EU dat de “uitbreiding van nederzettingen, sloop en uitzetting zijn illegaal onder het internationaal recht. De EU veroordeelt dergelijke mogelijke plannen en dringt er bij Israël op aan de sloop en uitzettingen te staken, overeenkomstig zijn verplichtingen onder het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving. De instelling van een schietzone kan niet worden beschouwd als een “dwingende militaire reden” om de bevolking onder bezetting over te brengen.”
Zoals journaliste Amira Hass in het Israëlische dagblad Haaretz opmerkt, leggen de Israëlische rechters het internationaal recht naast zich neer, omdat zij heel goed weten dat Israël niet zal worden gestraft voor de uitzetting van Palestijnen uit Masafer Yatta. Het uitblijven van concrete maatregelen houdt de straffeloosheid in stand die Israël geniet voor zijn veelvuldige schendingen van het internationaal recht.
Geen woorden maar daden
België en de Europese Unie veroordelen deze flagrante schending van het internationaal recht . Maar woorden volstaan niet langer en moeten vergezeld gaan van daden. Er moeten dan ook concrete stappen worden ondernomen om een einde te maken aan het Israëlische apartheidsregime en kolonisatiebeleid.
Daarom vragen wij de Belgische regering en de Europese Unie om hun beleid van differentiatie ten opzichte van de Israëlische nederzettingen aanzienlijk te verdiepen, met name door een verbod in te stellen op de handel met de Israëlische nederzettingen die gevestigd zijn in de bezette Palestijnse gebieden.
De federale regering heeft zich er in haar regeerakkoord ook toe verbonden om op EU-niveau, of ten minste met gelijkgezinde EU-lidstaten, te werken aan een lijst van doeltreffende en evenredige tegenmaatregelen in geval van Israëlische annexatie van Palestijns grondgebied. Gezien de jongste ontwikkelingen is het de hoogste tijd om dit engagement uit te voeren. De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir brengt momenteel een bezoek aan Palestina en wij roepen haar op de financiële en politieke steun van België aan de Palestijnse bevolking die in zone C woont, te versterken.
Ondertekenende organisaties
11.11.11
ABP
BACBI
De Algemene Centrale-ABVV
CNCD-11.11.11
De-Colonizer
Een Andere Joodse Stem
Entraide et Fraternité
FOS
Intal
MOC
Palestina Solidariteit
SolSoc
UPJB
Viva Salud
Vrede vzw