Venezuela is de laatste maanden niet uit de actualiteit te slaan, en de spanningen blijven aanhouden. Hoe zit de vork in de steel? We namen een interview af met Jonas Boussifet, Belgische vredesactivist, die momenteel in het land woont.
Dag Jonas, kan je je even voorstellen? Hoe kwam je in Venezuela terecht?
Ik ben Jonas Boussifet, 29 jaar, en heb in België ontwikkelingssamenwerking gestudeerd. Ik heb in de Belgische vredesbeweging als communicatieverantwoordelijke en als activist gewerkt en heb me vanaf 2017 over de toestand in Venezuela gebogen. Als ik van achter mijn tv-scherm hoorde over dat land leek me het altijd eerder duister : Chávez – socialisme – aardolie – dictatuur. Met die termen werd of wordt over Venezuela gesproken, dus ben ik erheen gegaan om mijn eigen mening te vormen met mijn Europese rugzak van informatie. Als amateur-fotograaf wilde ik ook een aantal beelden van op mijn reis meebrengen. In 2018 ben ik dan teruggekeerd om met het online-tv-kanaal “Terra TV” te werken rond de Venezolaanse boerenbeweging.
Wat was de reactie van de bevolking toen Guaidó zichzelf uitriep tot nieuwe interim president van Venezuela en direct steun kreeg van staten zoals de VSA?
Verbazing. Die verbazing was gedeeld over het politieke spectrum, met natuurlijk een andere reactie bij het pro-Maduro-kamp en de oppositie-groepen. In Venezuela is er niet één oppositie maar zijn er verschillende. Ze hebben als kleinste gemene deler de vervanging van president Maduro en de val van de PSUV (de Socialistische Éénheidspartij van Venezuela). Het gevolg van wat er gebeurd is vind ik sociologisch bekeken interessant: volgens mij zijn de verschillende kampen geradicaliseerd, gepolariseerd en werden er nieuwe bondgenootschappen gesmeed. De strategie van Guaidó lijkt me duidelijk. Hij weigert de dialoog die met Nicolás Maduro aangegaan was en zet zijn hoop op een militaire tussenkomst van het Westen om zelf in Miraflores (het presidentieel paleis) te kunnen plaatsnemen. Zo’n militaire tussenkomst is illegaal volgens het internationaal recht. Maar lang niet alle oppositiekrachten zijn voor een militair optreden. Het klopt inderdaad dat een deel van de Venezolaanse bevolking (zo’n 33% volgens de laatste verkiezingen) Maduro niet meer als president wil, maar de meesten beseffen wel dat een militaire tussenkomst hun gezinnen en hun land enkel pijn zal bezorgen. Vergeef me mijn woordkeuze, maar het Venezolaanse volk is niet dom. Ze weten dat als het Westen ingrijpt, dat dat in eerste instantie is omwille van Westerse economische en geopolitieke belangen en niet om het dagdagelijks leven van de Venezolaan te verbeteren.
Merkwaardig is ook de positie van de historische leiders van de oppositie. Julio Borges van “Primer Justicia”, Leopoldo López van “Voluntad Popular”, Luís Ortega Díaz … Je kan niet van een ware coalitie spreken maar veeleer van een afstandelijke en symbolische steun. Ze hebben niet allemaal hetzelfde programma of dezelfde belangen. Voorlopig kan Juan Guaidó de sterke man spelen met de erkenning door verschillende landen op zak. Maar de andere leiders blijven de kat uit de boom kijken en trekken zich wat terug op de achtergrond om zich niet te verbranden. Een beetje zoals een veelkoppig monster waarvan één van de koppen luid blaffend het lijf doet lopen terwijl de andere koppen blijven uitkijken hoe zij hun macht gaan vestigen.
Zijn er spanningen? Is de sfeer anders? Of gaat het leven gewoon door?
Ja, er waren sterke spanningen op 23 januari (de dag waarop Guaidó zichzelf tot interim president uitriep). Ik woon in Catia, een volksbuurt van Caracas dicht bij de bergen waar de “barrios” (sloppenwijken) liggen. Tot dan toe waren de chavistas in Catia in de meerderheid, maar in de nachten ná 23 januari hebben we kookpottenconcerten mogen aanhoren, anti-Chávez-liederen en “guarimberos” (oppositie-liederen) als een voorbode van de storm. Dan hebben een veertigtal geradicaliseerde jongeren uit de barrios de hoofdstraat van de wijk met brandende autobanden afgezet en drie politiemensen in een ziekenhuis gegijzeld. ‘s Anderendaags kon je in de barrios de mitrailleurs horen schieten. Die spanning heeft maar enkele dagen geduurd. Op dit ogenblik zijn er vreedzame pro- of anti-regeringsdemonstraties, helemaal anders dan de gewelddadige betogingen van twee jaar geleden. Ja het leven gaat verder en elke dag brengt nieuwe zorgen: de eindeloze hyperinflatie, het wegvallen van de watertoevoer en van stroom in sommige stadsdelen als gevolg van diefstallen en sabotage. Ik zou zeggen dat het leven doorgaat, maar wel het leven ná de Amerikaanse sancties: die sancties wurgen de Venezolanen en hebben het gelaat van Caracas veranderd.
Hoe is de sociaal-economische toestand nu in het land? Hoe overleef je in een land met meer dan 1000 % inflatie? Is er een humanitaire ramp, zoals hier in de media wordt gesteld?
Toen ik klein was vertelde mijn oma me vaak hoe het er in Charleroi tijdens de Tweede Wereldoorlog aan toe ging. Haar mama hergebruikte het papier waarin de boter verpakt had gezeten. Ze dopte het in de soep om zo wat vet te maken. Zo gaat het er hier ook aan toe. De inwoners van Caracas moeten hun hersenen pijnigen om elke dag weer oplossingen te vinden voor de hyperinflatie die ze nu al vijf jaar ondergaan. De Venezolanen leven niet maar overleven. De hyperinflatie komt erop neer dat de prijzen elke dag minstens 135% stijgen. Als ik op maandag een pakje koffie ga kopen voor 14.000 bolivar, dan zal me dat dinsdag 19.000 bolivar kosten en vrijdag 62.000 bolivar. In zo’n omstandigheden leef je niet, je overleeft. Gelukkig heeft de regering verschillende voedingssubsidieprogramma’s opgezet. Met het CLAP programma kunnen de huismoeders tegen goedkopere prijs dozen met binnen- en buitenlandse producten aankopen. In zo’n doos zit 15 kilo voedingsstoffen: rijst, pasta, olie, bonen, suiker, melkpoeder, … Zonder die dozen zouden de armste gezinnen niet overeind kunnen blijven.
Een humanitaire ramp? Er is een economische ramp, en die veroorzaakt een humanitaire ramp die de regering Maduro ondanks de economische sancties probeert te boven te komen. De miljoenen Venezolanen die het land verlaten hebben, en waarvan een deel overigens teruggekeerd zijn, zijn niet naar elders “gevlucht”. Ze hebben hun gezin, hun bezittingen en hun vrienden achtergelaten omdat ze zich door de Amerikaanse en Europese sancties verstikt voelden. Kijk naar wat de directeur van het Rode Kruis zei aan de Trump administratie: “Wij gaan niet aan uw schouwspel deelnemen”.
Een andere methode om zich te redden is ruilhandel. Zowel de burgers als de regering doen aan ruilhandel met producten om de inflatie en de economische sancties te vermijden.
Ik ga niet ontkennen dat het leven moeilijk is, maar de media scheppen het beeld van een humanitaire ramp. Waarom? Omdat zij een rol spelen mochten hun leiders militair willen ingrijpen.
Je woont nog niet zo lang in het land. Voor heel wat progressieven ging het ten tijde van Chávez goed. Velen zagen het als een baken van hoop voor een alternatief model. De laatste jaren is dat veranderd naarmate de economisch – sociale crisis verergerde. Hoe zie jij dat? Hoe zien de Venezolanen waarmee jij in aanraking komt dat?
Als het ten tijde van Chávez goed ging, is dat omdat hij de winsten van de aardolie gebruikte om sociale programma’s te betalen. Er was een belangrijk initiatief om analfabetisme te bestrijden, om de minstbedeelden te helpen, om sociale instellingen uit te bouwen … Bovendien was Chávez één van de boegbeelden van links in Latijns-Amerika, net als Lula, Correa, Morales … Die opgang van het socialisme ging te snel en was te omvangrijk voor de behoeders van het neoliberalisme om ze zomaar te laten begaan. Wat ze in het geval van Venezuela gedaan hebben is heel eenvoudig. Venezuela is voor 95% afhankelijk van de inkomsten uit de verkoop van aardolie. Het volstond om de uitvoer van het land stil te leggen om de handelsbalans te doen draaien. Maduro is de politieke opvolger van Chávez. De chavistische ideologie kan je als volgt samenvatten: de armste bevolkingslagen toelaten om op de maatschappelijke ladder omhoog te klimmen. Maar door het afsnijden van de uitvoer van natuurlijke grondstoffen zoals aardolie en diamant hebben de Verenigde Staten de regering gewurgd. Daardoor zijn de meest welstellende bevolkingslagen geradicaliseerd en eisen ze een ander economisch model.
De Venezolaanse bevolking is verre van homogeen. Er zijn grote klassenverschillen en ook verschillende gemeenschappen (rurale gemeenschappen, inheemse bevolking). De Craquelina uit Altamira is erg verschillend van de Caraqueña uit Catia, of van de boer uit Portuguesa, of van de inheemse bewoner uit het Amazonegebied, en allen hebben een ander idee over het vraagstuk. Voor de rijke klasse die de steun heeft van het “Akelige Trio” (de Verenigde Staten, de Lima-groep en de Europese Unie) moet er een einde komen aan de Bolivariaanse revolutie en moet de niet zo onzichtbare hand de economie gaan beheersen en de instellingen liberaliseren. Dat is in het kort wat Guaidó nastreeft, maar daarover heerst bij de oppositiegroepen geen eensgezindheid.
Voor de armste klassen is het Bolivariaans proces verre van afgewerkt. Er zijn nog tal van sociale ongelijkheden, en als je als land over ‘s werelds grootste aardolievoorraden beschikt, waarom zou je daar dan geen verstandig gebruik van maken en een beter maatschappelijk evenwicht nastreven?
Voor de inheemse en boerenbevolkingen ligt de voorrang bij het verdedigen van hun rechten tegen de grootgrondbezitters en bij de instandhouding van hun cultureel en symbolisch erfgoed. Kortom ze willen van Venezuela géén “Bolsonaro–Brazilië” maken.
Je volgt wellicht ook een beetje onze Belgische pers. Hoe beoordeel jij die, en welke raad kan je de Belgische lezers en kijkers geven?
Ja ik volg die elke dag sedert mijn vertrek. Aangezien Europa in de diplomatie het kleine broertje van de Verenigde Staten is ben ik niet verbaasd als ik krantenkoppen zie zoals “Het Maduro regime loopt op zijn laatste benen” of “de dictator blokkeert humanitaire hulp”. Het grove taalgebruik speelt een hoofdrol en dat is heel begrijpelijk. De privé-media beschikken hier over 85% van de informatie, dus van de twintig Tv-ketens zijn er zeventien in handen van het grootkapitaal. Zij streven kijkcijfers en winst na. U heeft al begrepen dat zij het socialisme liever kwijt willen eventueel door middel van een militaire ingreep. De media zijn een bepalend onderdeel van de huidige crisis. Zij zijn de bron waar buitenlandse journalisten zich toe wenden bij het schrijven van hun artikels en het verspreiden van het anti-chavisme. Voor de anekdote : in het woord “intermediair” vind je het woord “media” terug.
Als ik een raad moet geven, zou ik de lezers en kijkers om te beginnen willen aanraden het boek van Paul Nizan “Les chiens de garde” (“The watchdogs”) uit 1932 te lezen om de media-cultuur en de journalistiek kritisch te benaderen. En dan zou ik hen willen vragen alert te zijn voor de twee maten en twee gewichten die het schizofrene Westen hanteert, zoals Jean Ziegler ook al stelde. België steunt een radicale en bloedige monarchie in Saoedi-Arabië waar onthoofdingen dagelijkse kost zijn, maar veroordeelt wel een land als Venezuela. Dat slaat op niets.
“In elke revolutie of opstand is hoop altijd één van de overwegende factoren geweest en zo vat ik ook nog altijd de hoop als mijn toekomstvisie op”, zei Stéphane Hessel.
Dank je, Jonas!
Vertaald door: Yvan G.