Artikel van Olga Gayón, Brussel
De Minga beweging deed haar intrede in Bogotá op 19 oktober. De Minga brengt de inheemse bevolking samen met boeren, vakbonden, studenten, mensenrechtenactivisten rond concrete eisen. Vanover heel het land zakten tienduizenden af naar de Colombiaanse hoofdstad met een concrete vraag:
- De eis voor een ontmoeting met president Duque. Zijn antwoord was dat als ze de betoging niet ontbindt, hij haar zal uiteenjagen. In Colombia kan dit geïnterpreteerd worden als een gewelddadig antwoord.
- Met de duidelijke boodschap dat het duquisme, uribisme en anderen ismes van Colombiaans extreemrechts niets anders is dan zwakte en een onweerlegbaar bewijs van de totale afwezigheid van een regering in Colombia. Dat de misdaden tegen de Colombiaanse bevolking de sociale organisaties in plaats van angst in te boezemen, nieuw leven inblaast.
Het is een mobilisatie met veel kleur, muziek, vreugde, dansen, eten en veel, maar dan wel heel veel waardigheid. Ze gaat van het zuidoosten naar het centrum van Colombia. Vrouwen, mannen en kinderen leggen de weg af te voet of met de auto, met gehesen vlaggen, borden en slogans om de wreedheid waarmee de regering van Ivan Duque hen behandelt aan de kaak te stellen en de minachtende blik die hij op hen werpt als ze om zijn aanwezigheid vragen.
Ze reizen vanuit de departementen Zuidwest, Nariño, Putumayo, Valle del Cauca en Cauca. Naarmate ze vorderen krijgen ze gezelschap van zwarte gemeenschappen, boeren en inheemse bevolking uit andere provincies. Het departement Cauca is ongetwijfeld de regio waar de inheemse bevolking het best georganiseerd en verenigd is in het beschermen van hun gemeenschappen en in het eisen van respect voor hun etnische groepen, gebieden, culturen en leven. Maar het is ook het meest gemilitariseerde gebied in Colombia, waar de meeste sociale leiders en jongeren worden vermoord.
Inheemse en andere oorlogsslachtoffers in Colombia zagen het licht aan het einde van de tunnel toen de vredesakkoorden tussen de Colombiaanse staat en de FARC-guerrilla’s in november 2016 werden ondertekend. Cauca, een van de regio’s die het zwaarst door de oorlog is getroffen, leefde twee jaar lang bijna zonder geweld na de ondertekening van het akkoord. Sinds de inhuldiging van president Duque in 2018 wordt het departement overspoeld door extreemrechtse doodseskaders, drughandelaars en enkele ELN-guerrillagroepen en FARC-dissidenten. Bovendien heeft de staat de regio gemilitariseerd. In plaats van het geweld te beteugelen, is het alleen maar geëscaleerd.
Colombia heeft 102 inheemse volkeren waar minstens 64 verschillende talen worden gesproken. Het heeft een inheemse bevolking van 1.905.617 personen, wat neerkomt op bijna 5 % van de totale bevolking van ongeveer 48,2 miljoen mensen. Sommige inheemse volkeren staan op het punt uit te sterven en andere lijden aan honger, ondervoeding en extreme armoede. In veel van hun gebieden heeft de mijnbouw hun manier van leven in harmonie met de natuur vernietigd en heeft het bijna geleid tot het verdwijnen van hun duizend jaar oude culturen. De staat heeft de inheemse volkeren van dit Zuid-Amerikaanse land nooit beschermd, maar heeft zich de afgelopen 200 jaar wel ingezet om hen te bestrijden of om degenen te beschermen die geweld plegen tegen deze voorouderlijke etnische groepen. Tijdens de eerste twee jaar van de ambtstermijn van Duque werden 209 inheemse mensen en ten minste 500 sociale leiders in het hele land vermoord. Sinds het begin van het jaar 2020 hebben er al 67 bloedbaden plaatsgevonden en tot nu toe is er nog niemand gearresteerd of zelfs maar vervolgd die daarvoor verantwoordelijk is.
Schijnbaar is Colombia geen dictatuur. Toch zijn er vanaf de jaren zeventig tot nu meer misdaden, gedwongen verdwijningen en martelingen gepleegd dan in alle dictaturen van de landen van Zuid-Amerika. Om nog maar te zwijgen van de uiterst wrede methodes die worden gebruikt om acht miljoen hectare te plunderen van de boeren, de zwarte en de inheemse bevolking.
De drughandel is een van de ernstigste problemen in het land. Hij is geïnfiltreerd in elk hoekje en gaatje en in elke sector van de staat en de macht, in de mate dat de ‘narcos’ en de doodseskaders, in de handen van corrupte politici en militairen, degenen zijn die in Colombia de macht in handen hebben.
De strijdkrachten van de Colombiaanse staat zijn voortdurend betrokken bij oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, herhaalde schendingen van de mensenrechten, de bescherming van zware criminelen en drugshandelaars, corruptieproblemen van onvoorstelbare omvang, verkrachtingen van vrouwen en kinderen, en het misbruik van boeren, zwarte en inheemse gemeenschappen.
Op de uitnodiging tot dialoog van de inheemse bevolking van Cauca en de grote mobilisatie van vorig jaar, reageerde president Duque met een hopeloos lege stoel in Caldono en weigerde hij hen te ontmoeten. Met dezelfde minachting heeft hij gereageerd op de oproep tot dialoog die de inheemse bevolking hem op 12 oktober in Cali deed. Waarschijnlijk zal zij dezelfde reactie krijgen vanaf 19 oktober, wanneer de grote mars, onder de naam Minga van de inheemsen, zal aankomen in Bogotá om de dialoog aan te gaan.
De eisen van de Minga zijn, onder andere: kritiek op de straffeloosheid van de regering Duque met betrekking tot de moorden op sociale leiders, de daadwerkelijke uitvoering van het vredesakkoord, de onmiddellijke stopzetting van het algemene geweld dat het land dooreenschudt, het stoppen van landroof van de inheemse bevolking door de staat, en een echte sociale investering in de achterstallige regio’s in plaats van een militarisering. “We willen dat de regering luistert naar onze eisen, dat onze sociale leiders, vertegenwoordigers, leden, bewakingscoördinatoren en autoriteiten niet langer worden vermoord, dat is wat Minga betekent, » vertelde inheemse leider en senator Feliciano Valencia aan het Colombiaanse dagblad El Tiempo.
De inheemse volkeren focussen hun eisen aan de regering Duque op vrede, land en democratie. Het is algemeen bekend dat de president nauwelijks regeert en zich in plaats daarvan bezighoudt met zijn dagelijkse televisieprogramma, naar het voorbeeld van andere dictaturen in de wereld.
Met deze grote mobilisatie voor de waardigheid, hopen deze 10.000 mensen die 600 kilometer te voet of met de auto hebben afgelegd nog altijd door de regering te worden ontvangen en een overeenkomst te ondertekenen die zal worden gerespecteerd. Ze willen dat het Paleis van Nariño, de zetel van de regering, doet wat de grote steden gedaan hebben voor de Minga op weg naar Bogota: De steden Cali, Armenië, Ibagué, Fusagasugá hebben de inheemse volkeren met open armen en in een feestelijke sfeer van solidariteit ontvangen.
Het is te hopen dat president Duque van koers zal veranderen en dat hij voor het eerst in twee lange regeringsjaren zijn rol speelt van president. Dat hij de Minga beweging de eer geeft die ze verdient, degenen die gedurende millennia hun bezoekers hebben verwelkomd en hun eigen volk hebben beschermd. Hoe dan ook, de Minga sluit zich op 21 oktober aan bij de algemene staking en zal in Bogota de straat opgaan om niet alleen respect te eisen voor hun etnische groepen, maar voor het hele Colombiaanse volk, voor wie president Duque sinds zijn aantreden niets dan minachting heeft getoond. En die verschillende keren, toen het volk manifesteerde, alleen met geweld reageerde. Geweld dat niet werd ingezet tegen de extreemrechtse doodseskaders die dag na dag moorden en slachtpartijen plegen op de inheemse bevolking, de zwarte bevolking, de boeren, de sociale leiders, mensenrechtenactivisten, milieuactivisten en studenten.
Heel Colombia hoopt dat de politie in Bogotá de 10.000 inheemse mensen niet met geweld zal begroeten. Tussen de hoop en de Colombiaanse realiteit gaapt echter een grote kloof. Nauwelijks twee maanden geleden heeft de politie in één nacht 14 jongeren in Bogota vermoord naar aanleiding van een betoging. De vrees dat Duque geweld zal gebruiken om het protest te smoren, is dan ook terecht: hij heeft ze overigens al gewaarschuwd: “Of jullie ontbinden de mars, of ik zal hem ontbinden”. In Colombia zijn dit geen loze woorden, dat voorspelt een gewelddadig antwoord, zonder genade.