‘We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het virus trekt zich niets aan van grenzen. Het raakt iedereen gelijk. We komen er samen wel door.’
Alle argumenten over het grenzeloze karakter van het coronavirus ten spijt, de impact is niet voor iedereen gelijk. Covid-19 nestelt zich op bestaande ongelijkheden in de samenleving en diept de kloof tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’ alleen maar verder uit. Overal ter wereld zijn kwetsbare groepen en minderheden de eerste en grootste slachtoffers van deze gezondheidscrisis. Net op een moment waarin er enorme nood is aan globale samenwerking en internationale solidariteit, zijn de zwaksten nog meer op zichzelf aangewezen dan voorheen.
Ook in Palestina wordt de strijd tegen het coronavirus opgevoerd. Daar brengt de decennialange bezetting door Israël extra uitdagingen met zich mee. De Palestijnen doen er alles aan om een grote uitbraak van het virus te voorkomen. Van Israël hoeven ze namelijk niets te verwachten. Het slopen van Palestijnse huizen gaat gewoon door, tijdelijke noodziekenhuizen worden afgebroken en tijdens een politieraid van de bezettingstroepen op 14 april werden alle corona-testen meegenomen uit een corona-testlokaal in Oost-Jeruzalem.
Gelukkig blijft het aantal besmettingen tot nu toe relatief laag. Half april is er sprake van amper 300 bevestigde besmettingen en 2 doden. Doordat er weinig wordt getest is het echter moeilijk een goed beeld van de reële situatie te krijgen. De bezorgdheid groeit dat het coronavirus zich ongemerkt verder aan het verspreiden is. De Palestijnse autoriteiten doen er dus alles aan om het virus op alle mogelijke manieren buiten te houden.
Eén van de risicogroepen voor besmettingen in de Palestijnse Westelijke Jordaanoever zijn de Palestijnse arbeiders die dagelijks in Israël gaan werken. Israël is op dit moment met meer dan 13.000 bevestigde besmettingen en 158 doden een grotere broeihaard voor het virus dan de Westelijke Jordaanoever. Door het toerisme en de goede economische banden is het land veel meer verbonden met de rest van de wereld. Bovendien zijn Israëli’s, in tegenstelling tot Palestijnen, vrij om te gaan en staan waar ze willen en lopen ze dus veel meer kans om het virus naar Israël te brengen. Daardoor kon het virus veel sneller voet aan grond krijgen in Israël dan in de Bezette Palestijnse Gebieden.
Vandaag de dag werken ongeveer 100.000 Palestijnen in de Israëlische economie. Het is de grootste werkgever na de Palestijnse Autoriteit. Ze zijn meestal tewerkgesteld in de landbouw-, industrie- of bouwsector. Hoewel ze recht hebben op dezelfde sociale rechten en hetzelfde minimumloon als Israëli’s, worden die voorwaarden voortdurend aan de laars gelapt. Human Rights Watch beschuldigt Israël van het creëren van een systeem op twee benen, waarbij Israëlische bedrijven wel gebruik maken van goedkope Palestijnse arbeiders en land maar niet willen opdraaien voor de verantwoordelijkheden die daar bij horen. Voor Palestijnse arbeiders die amper kansen krijgen in een gewurgde economie en worstelen om voldoende eten op tafel te krijgen, is de keuze echter snel gemaakt.
De angst dat Palestijnse dagarbeiders een opstoot van het coronavirus zullen veroorzaken bij hun terugkeer uit Israël zit er dik in. Hoewel er niet voor een vervangingsinkomen of alternatief werk wordt gezorgd, dringen Palestijnse leiders er bij de arbeiders op aan om niet meer in Israël en de illegale Israëlische nederzettingen te gaan werken. Voor families die volledig afhankelijk zijn van dat inkomen is dat een drama. De overgrote meerderheid van de Palestijnen werkt niet voor zijn plezier in Israël en de kolonies. In een gebied met een werkloosheidsgraad van boven de 15% zit er gewoon niets anders op.
Eind maart, amper een week voor de Palestijnse arbeiders werd gevraagd om niet meer in Israël en de nederzettingen te gaan werken, kwamen de PA en Israël nog overeen dat Palestijnse dagarbeiders in Israël konden blijven werken. Zo zouden ze hun job en broodnodige inkomen tijdens de pandemie niet verliezen. Bovendien zouden Israëlische bedrijven gewoon verder gebruik kunnen blijven maken van de goedkope Palestijnse arbeiders om een ineenstorting van de Israëlische economie te voorkomen. Een belangrijke voorwaarde in de overeenkomst stelde dat Palestijnse arbeiders gedurende heel de lockdown-periode in Israël zouden moeten blijven en dus niet op dagelijkse basis de grens zouden mogen oversteken.
Niet veel na de overeenkomst stroomden al een aantal verontrustende verhalen binnen over de houding van het Israëlische leger, de overheid en de werkgevers tegenover Palestijnse arbeiders. Op sociale media circuleert bijvoorbeeld een video van een doodzieke arbeider die door de Israëlische politie aan een checkpoint wordt achtergelaten. Malek Jayousi werd van op zijn bouwwerf in Tel Aviv meegenomen door agenten en zonder medische zorgen gedropt aan de kant van de weg bij het Beit Sira/Macabbim checkpoint. Na onderzoek in het ziekenhuis van Nablus bleek hij helemaal niet besmet te zijn met het coronavirus. Ook andere Palestijnse arbeiders werden geconfronteerd met racisme en een onheuse behandeling in Israël. Sommige werkgevers zorgden bijvoorbeeld helemaal niet voor de beloofde accommodatie waardoor arbeiders noodgedwongen in onafgewerkte gebouwen op de werf moesten overnachten. Anderen ontsloegen arbeiders met coronasymptomen op staande voet en ontzegden hen de toegang tot medische zorg.
Het racisme tegen de Palestijnen en hun economische afhankelijkheid van Israël is niet nieuw. Het zijn centrale elementen in een lange geschiedenis van landonteigening, militaire bezetting en apartheid. De coronacrisis voegt een nieuwe dimensie toe aan heel dit verhaal, maar de conclusie blijft hetzelfde. De Palestijnen, wiens vrijheid en autonomie al decennialang ontnomen wordt, ervaren opnieuw dubbel en dik de nefaste gevolgen van te leven onder volledige Israëlische controle. Arbeiders vallen zonder werk en dus ook zonder inkomen en de gezondheidszorg kan een grote uitbraak van het virus onmogelijk aan. Tijd om eindelijk een einde te maken aan de bezetting.
Met intal ondersteunen we de oproep van de Boycott, Divestment & Sanctions (BDS)-beweging om de internationale druk op Israël op te voeren. We voeren campagne tegen de miljoenen-investeringen van AXA in Elbit, een van de grootste Israëlische wapenfabrikanten, en vijf Israëlische banken die de illegale nederzettingen financieren. Teken hier de petitie en zet mee druk om de rechten van de Palestijnen te verdedigen en de bezetting te beëindigen.