Artikel door Petya Obolensky gepubliceerd op Solidair
Het Colombiaanse volk schrijft geschiedenis. Voor de eerste keer krijgt het land een linkse president. Gustavo Petro werd verkozen na decennia van neoliberalisme en onderdrukking van de volksbewegingen. Het resultaat van de grootste sociale beweging ooit, die het land de afgelopen zomer deed daveren.
Colombia speelt een beslissende geostrategische rol voor het volledige Latijns-Amerikaanse continent. Sinds zijn onafhankelijk wordt het land geregeerd door (extreem)rechts, met de steun van de VS, die Colombia als privétuin en de rest van Latijns-Amerika als achtertuin beschouwen. De verkiezingsuitslag is dus zonder meer historisch.
De schrijnende sociale ongelijkheid, het catastrofale beheer van de pandemie, de cadeaus aan de rijksten en de aanvallen op de werkende klasse door de vorige regeringen, verklaren de afkeer van de Colombianen voor de huidige machthebbers. De bevolking verwierp duidelijk het “uribisme” (genoemd naar president Uribe, die van 2002 tot 2006 aan de macht was), de ultraconservatieve politieke stroming die de gunst genoot van de Colombiaanse elites van de laatste twintig jaar.
Maar de elites hebben laten zien dat ze zich kunnen aanpassen. Ze lieten Rodolfo Hernandez opdraven, de “Colombiaanse Trump”, een populistische miljonair en verrassingskandidaat die de tweede verkiezingsronde haalde. Toen in de laatste weken voor de verkiezingen bleek dat de conservatieve kandidaat zakte in de peilingen, bevestigde het establishment zijn steun voor Hernandez. Gelukkig liet het Colombiaanse volk zich niet doen, ondanks de uiterst moeilijke situatie: verschillende regio’s in de greep van paramilitairen, doodsbedreigingen aan het adres van Petro, druk van het patronaat op de werkende klasse.
Nieuwe wegen openen zich in Latijns-Amerika
Maar dat is nog niet alles. Francia Márquez, een Afro-Colombiaanse mensenrechten- en milieuactiviste, wordt vicepresident. Ook dat is ongezien in een land waar de elite sterk inzet op racisme om het volk te verdelen.
Het “Pacto Histórico” is een toepasselijke naam. Deze coalitie van progressieve partijen, waaronder de Communistische Partij, moet de verwachtingen van de werkende klasse inlossen. Ze won zopas de presidentsverkiezingen met een programma dat met het neoliberalisme breekt: investeringen in onderwijs, landbouwhervorming tegen de reuzen van de agro-industrie, hervatting van het vredesproces, enz. Nieuwe wegen openen zich in Latijns-Amerika.
Deze overwinning is een duidelijk signaal aan de werkende klasse in heel Zuid-Amerika (en daarbuiten): een georganiseerd en gemobiliseerd volk kan winnen. Als je ziet van hoe ver we gekomen zijn, is het bijna duizelingwekkend. Laat ons even naar de geschiedenis kijken.
Drugshandelaars en vermoorde vakbondsmensen
Colombia is het meest noordelijke land van Zuid-Amerika. Het is het grootste van het subcontinent en een van de meest ongelijke. Colombia staat bekend als het land waar vakbondsleden en activisten het meest worden onderdrukt. Het produceert de grootste hoeveelheid cocaïne ter wereld en heeft dus enorm veel drugshandelaars. Daarnaast zaaien extreemrechtse paramilitaire milities gruwel en verwoesting onder de bevolking. Aanvankelijk beschermen ze de plantages van grootgrondbezitters en drugshandelaars, maar geleidelijk aan vervangen ze het leger bij illegale operaties. Ze werken in de schaduw voor de autoriteiten. Aan de andere kant nemen guerrilla’s in de jaren 1960 de wapens op. De bekendste is ongetwijfeld de Farc (Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia).
Het conflict komt voort uit het ongelijke grondbezit. Kleine boeren worden van hun land beroofd ten voordele van grote westerse multinationals en grootgrondbezitters. De gronden worden uitgebaat voor olie en mijnbouw, biobrandstoffen en veeteelt. De sociale ongelijkheid is immens: 70% van de bevolking leeft in armoede. Zes miljoen mensen die van de landbouw leven, worden gedwongen hun streek te verlaten. Daarvoor worden paramilitairen ingezet. Zij richten slachtpartijen aan onder de boerengezinnen: 200.000 Colombianen worden gedood en meer dan 8 miljoen mensen slaan op de vlucht. De zeer winstgevende productie van cocaïne overspoelt het land met geld en wapens en zuigt Colombia mee in een spiraal van geweld.
Vredesakkoorden niet nageleefd door de regering
Onderhandelingen tussen de toenmalige Colombiaanse president Juan Manuel Santos en de rebellenbeweging Farc leiden eind 2016 tot het akkoord van Havana. Het maakt, althans op papier, een einde aan het gewapend conflict dat Colombia meer dan een halve eeuw in zijn greep hield. Santos wil een stabiel land, om meer buitenlandse investeerders aan trekken. Hij sluit onder andere vrijhandelsovereenkomsten met Europa. Het vredesakkoord heeft vijf centrale thema’s. Het belangrijkste is de landhervorming. Daarnaast moeten de strijdende partijen ontwapend worden, moeten ze gereïntegreerd worden in het politieke en sociale leven, moet er omgeschakeld worden van cocateelt op andere gewassen en moet er gerechtigheid komen voor de vele slachtoffers.
Zes jaar later worden de vredesakkoorden echter nog altijd niet nageleefd. Sinds de Farc er niet meer is, is de strijd om land enkel verergerd. Het vacuüm dat zij hebben gelaten, is opgevuld door paramilitaire groepen maar ook door nieuwe gewapende bendes die aan illegale mijnbouw en cocateelt doen. Daardoor is de cocaproductie nog toegenomen. Sinds het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de Farc in november 2016 zijn honderden leiders van sociale bewegingen vermoord, waaronder 230 voormalige guerrillastrijders. Gemiddeld wordt er elke dag één activist vermoord.
De grootste sociale beweging in de geschiedenis
In deze context is links sinds drie jaar aan een opmars bezig. In de winter van 2019 begon de grootste sociale beweging in de Colombiaanse geschiedenis. Er kwamen grote volksmobilisaties tegen sociale ongelijkheid en voor naleving van de vredesakkoorden. In de lente van 2020 wordt Colombia getroffen door de coronapandemie. Er barst een ongekende sociaaleconomische crisis los. Arme gezinnen hangen tijdens de lockdown rode vlaggen uit hun raam om voedsel en medische hulp te vragen.
In mei 2021 trekken honderdduizenden mannen en vrouwen, jong en oud, de straat op wanneer zittend president Iván Duque de belastingen wil hervormen. Hij wil oneerlijke belastingen als de btw, die werkende mensen treft en de rijken ongemoeid laat, verhogen. Werkloosheid, armoede, honger … De mensen zijn kwaad. Deze beweging leidt tot een algemene staking die twee maanden duurt. Er volgt een verschrikkelijke repressie, met tientallen doden, meer dan honderd vermisten, gewonden, arrestaties en seksueel misbruik.
De historische verkiezingsuitslag van gisteren is een voortzetting van deze klassenstrijd.